Over reformistisch links, vakbondsbureaucratieën en economische protectionisme: Met Trump eigenlijk niets nieuws onder de zon
Zowel reformistisch links als de eveneens reformistische vakbondsbureaucratieën (elk vanuit een eigen perspectief) zaaien heden ten dage wederom gevaarlijke illusies onder de wereldwijde arbeidersklasse. Sinds het aantreden van Donald Trump als nieuwe president van de verenigde Staten stelt reformistisch links de dingen zo voor alsof er een ,,fascistische machtsovername” zou hebben plaatsgevonden. Met bewoordingen als ,,de overwinning van het ongezonde verstand” wordt gesteld dat Trumps politiek een regelrechte bedreiging voor elk individu op deze wereld, ongeacht zijn/haar sekse, gemeenschap, geloof of klasse, zou zijn. Kortom: Trump zou een ergere president zijn dan de Democraten in Amerika ooit hadden kunnen voortbrengen.
Dat in feite Trumps politiek inzake immigratie, het Midden-Oosten en China-bashing niet wezenlijk verschilt van dat van de Democraat Obama en alle voorafgaande presidenten (zij het Democraat dan wel Republikein), wordt door reformistisch links verzwegen. Zo was het internationale protest tegen Trump hevig toen hij zijn inreisverbod voor zeven (overwegend) islamitische landen afkondigde, nota bene een lijst die al in 2016 nog onder Obama werd opgesteld en door het Congres goedgekeurd. Dit is door reformistisch links maar even voor het gemak “vergeten”. Evenals dat Obama al in 2011 voor een half jaar een inreisverbod liet ingaan voor alle personen afkomstig uit Irak.
Ook Obama’s strijd tegen Islamitische Staat als topprioriteit gaat onder Trump gewoon verder. De eerste militaire operatie tegen IS in Irak behelsde het opvoeren van de bombardementen (ook op woongebieden), maar de primeur had Trump al in Jemen – een nogal amateuristisch uitgevoerde commandoactie jegens vermoedelijke al-Qaeda militanten. Wederom een operatie, welke nog door de Obama-regering was besloten (in november 2016), maar waarvan de uitvoering telkens was uitgesteld.
Ook Obama’s campagne tegen de gedeformeerde arbeidersstaat China wordt gewoon voortgezet. Daar waar hij China provoceerde met militair machtsvertoon in de Zuid-Chinese zee, vallen Trump en diens handelsadviseur Peter Navarro (toonaangevend lid van de Foreign Trade Council) dit land op economisch gebied aan, dat als een van de laatste markten op de wereld (nog) niet helemaal toegankelijk is voor het globale kapitalisme.
En hoezeer de Amerikaanse vakcentrale AFL-CIO dergelijke acties als Trumps inreisverbod ook mag afkeuren, terwijl men tijdens de verkiezingscampagne de Democraten steunde, op economisch vlak komt Trump ruimschoots tegemoet aan datgene waar de Amerikaanse vakbondsbureaucratie al jaren om schreeuwt: American Jobs for American workers!
Hoe goed was de stemming dan ook bij de top van de AFL-CIO, nadat deze haar eerste overleg met Trump in diens Oval Office had gehad (op 13 jan. jl.). Trump had in de weken daarvoor er al voor gezorgd dat enkele duizenden banen bij o.a. Ford en Carrier voor Amerika behouden bleven.
Want dát is de kern van Trumponomics: In dit model staat het >>America First<< centraal, heerst de ethiek van het gezamenlijk belang van alle Amerikaanse klassen boven dat van het egoïstische belang van de eigen groep en is er eveneens een constante aanval op concurrerende landen die de belangen van het Amerikaans kapitalisme bedreigen. Samengevat: Amerikaanse ondernemers dienen hun bedrijven, en daarmee de werkgelegenheid, in Amerika te houden, dit in dienst van het algemeen belang (Amerikaanse jobs voor Amerikaanse arbeiders) en deze niet uit winstbejag te verplaatsen over de grens naar lage loonlanden, zoals Mexico en China. Navarro helpt Trump hiermee door ook de aanval te openen op andere kapitalistische concurrenten, zoals Duitsland.
Zo had Navarro m.b.t. de BRD een punt door te stellen dat de euro een verkapte D-mark is en dat deze gebruikt wordt om binnenslands goedkoop te kunnen produceren teneinde op die manier gemakkelijk te kunnen exporteren naar de zwakke euro-landen. Terecht wordt hier gesteld dat de Europese Unie de facto eigenlijk door de BRD wordt gedomineerd.
En hoezeer stond reformistisch links in Duitsland ineens massaal achter haar “eigen” bourgeoisie (Merkel, Schäuble + Gabriel) om plotseling de EU en de Euro te verdedigen tegenover Trumps protectionistische koers. Ook in Europa heeft de reformistische vakbondsbureaucratie altijd al een protectionistische koers gevaren. Of het nu de Amerikaanse of de Australische vakbeweging betreft of de Duitse of de Nederlandse. Het uitgangspunt blijft overal hetzelfde: Klassiek sociaalpartnerschap, dat de ‘eigen’ “sociale verworvenheden” in het kapitalisme afbakent tegenover de kapitalistische concurrentie in de rest v.d. wereld.
Wel gebeurt het eens bij gelegenheid dat de vakbondsbonzen met de mond internationale solidariteit belijden met Derde Wereldlanden, die géén directe concurrentie voor hen vormen. En soms vinden deze bonzen elkaar als de “eigen” Westerse kapitalistische grootmacht bedreigd wordt door een niet-kapitalistische economische grootmacht, zoals bijv. China.
China zou in dit voorbeeld een zogenaamde “staalcrisis” in Europa veroorzaakt hebben. Door het verslapen van moderne innovaties in de staalindustrie en de nalatende vraag naar staal door toedoen van de financiële crisis van 2008 (die later oversloeg naar de reële economie), dient de Chinese “staaldumping” op de wereld als gewenste bliksemafleider. Dat de Chinese “staaldumping” op de wereldmarkt slechts 12% van de totale productie bedraagt, en daarvan slechts 4% in de Europese Unie terecht komt, melden de vakbondsbureaucraten uiteraard niet.
Dit zou dan ook tegen de aard van hun functie ingaan, namelijk: De bescherming van de winsten van de eigen“nationale” kapitalistische klasse in de hoop dat deze een deel van de daaruit vloeiende “sociale welvaart “ terug geeft aan diegene die deze winsten en welvaart in de eerste plaats hebben geproduceerd, de “eigen” “nationale” arbeidersklasse. (-> Het ontstaan van een ,,arbeidersaristocratie”, een door de bourgeoisie op deze wijze gecorrumpeerde bovenlaag van de arbeidersklasse. Deze ‘arbeidersaristocratie’ (Lenin) vormt het steunpunt v.d. bourgeoisie binnen de arbeidersklasse. In de landen in West-Europa is het de basis van de sociaaldemocratie [evenals van het bonzendom in de vakbonden]).
Maar de economie kent géén grenzen. De economie is internationaal met elkaar verwoven op het gebied van voedsel, grondstoffen, infrastructuur, katoen etc. De kapitalistische klasse is de enige die er kunstmatige grenzen doorheen trekt om de door de arbeiders geproduceerde meerwaarde voor zichzelf te behouden, afgeschermd voor concurrerende omliggende kapitalistische “landen”.
Daar is de BRD dan weer een goed voorbeeld van: De IG Metall is de koploper in de strijd tegen Chinese “staaldumping” en loopt aan de leiband van de sociaaldemocraat Sigmar Gabriel (SPD), die nu al sinds meer dan een jaar poogt zich op te werpen als de verdediger van het ‘Stahlstandort Deutschland’. Met een rood aangelopen hoofd en gebalde vuist schreeuwde hij op een >>Stahl ist Zukunft<<-betoging van de IG-metall in Duisburg vorig jaar april dat ,,de toekomst van de staalindustrie” en “de toekomst van het land” op het spel staat. ,,Willen jullie ‘schoon’ staal uit de BRD of ‘vervuild’ staal uit China?”
Ook geheel in de stijl van Trump, met alarmerende Twitter-berichten en al, waarschuwde Gabriel onlangs de Duitse arbeider over de verplaatsing van de vestigingen van Bombardier in Henningsdorf, Bautzen en Görlitz over de grens naar het belastingslage Polen. Met deze protectionistische retoriek stelt hij dat het “goedkope“ Polen de Duitse jobs afpakt. (Waarmee hij indirect de Poolse arbeider als concurrent aanduidt.)
En eigenlijk kan met de verwijzing naar het Twitter gedrag van Trump de kern van het probleem tussen de verschillende fracties van de bourgeoisie*, en dus het mechanisme van het kapitalisme, simpel omschreven worden.
Het Amerikaans kapitalisme zet haar productiewijze gewoon voort, zij het onder een regering van de Democraten dan wel onder een van de Republikeinen. Het wordt alleen soms belemmerd of afgeremd door de ene regering, en soms weer geholpen en bespoedigd door de andere.
Zo zijn Trumps ideeën over sterke investeringen in de infrastructuur ook al onder Obama besproken, alleen zijn beide verschillend over de financiering. Een grote of een kleine overheid, geldleningen of investeringen door de privé-sector, meer of minder belastingen. Hoe het ook zij, het rad van het kapitalisme blijft uiteindelijk gewoon doordraaien.
Dat er meer Amerikaanse werkgelegenheid kan overleven in Amerika dankzij Trumps harde aanpak van de multinationals, wordt zelfs door “onze eigen” Dijsselbloem toegejuicht. Alleen ja… die aanpak, hé. Dat kan allemaal wel wat diplomatieker. Zo pakte Obama de bedrijven ook aan: Alleen dan in de achterkamertjes en niét aan de publieke schandpaal.
Balans: Democraat of Republikein, sociaaldemocraat of liberaal, “rode” of ‘gele’ vakbond (zoals bijv. de Belgische “socialistische” ABVV of de liberale ACLVB). In het kader van het kapitalisme (=de anarchie van de kapitalistische productiewijze op de concurrerende vrije markt) en al haar instanties staat het protectionisme altijd centraal – ongeacht wat voor internationale retoriek daar omtrent ook wordt afgestoken.
De enige manier van de producerende arbeidersklasse om de onderdrukking en uitbuiting door het kapitalisme te beëindigen is door middel van onafhankelijke (arbeiders)organisatie, onttrokken aan de invloed van de bureaucratie en de illusionaire praatjes van reformistisch links, dit teneinde alle goederen en diensten in de maatschappij in collectief beheer te nemen en volgens een centraal plan te produceren onder leiding van een werkelijke arbeidersregering. Dit in de geest van de Rode Oktober 1917! Dus, in tegenstelling tot het opdelen van het wereldproletariaat in concurrerende landen (= ‘nationale solidariteit’), zoals de bureaucratie van de vakbeweging en reformistisch links dat doet, stellen daadwerkelijke revolutionairen hier tegenover de internationale solidariteit van het wereldwijde proletariaat (dat één en ondeelbaar is):
,,PROLETARIËRS ALLER LANDEN, VERENIGT U!”
_____ * Een goed voorbeeld van een fractiestrijd binnen de bourgeoisie is die van de linker- (sociaaldemocratie [PS]) en de rechtervleugel (de regering-Michel I [N-VA, MR]) in België 2014. De regering-Michel I lag toen zeer zwaar onder vuur vanwege haar sociale afbraakbeleid. Een beleid dat echter voor 90% overeen kwam met dat van de vorige regering onder de PS! Het verschil zat hem puur in het tijdsbestek en de openlijkheid met welk de bezuinigingen erdoorheen moesten worden gedrukt. Dit kon de PS met haar sociale basis in de arbeidersklasse niet voor elkaar krijgen. De burgerlijke
regering-Michael I kon dit echter wél met haar openlijk arbeidersvijandige beleid. Zij hoefde veel minder rekening te houden met de stemming onder de arbeiders en aan de basis van de vakbonden**. Indien de PS in 2014 in hetzelfde tempo dezelfde bezuinigingen zou hebben doorgevoerd als de regering-Michel, dan zou haar dat alle invloed onder de arbeiders hebben gekost. De PS zou dan voor de bourgeoisie compleet onbruikbaar zijn geweest om als haar “agent binnen de arbeidersklasse” nog langer te kunnen fungeren (-> Taakverdeling: Bourgeois partijen doen het vuile werk, PS houdt ‘schone handen’ in de oppositie teneinde haar geloofwaardigheid onder de arbeiders niet totaal te verliezen). Wat betreft de syndicaten en reformistisch links (= in België vooral de pseudo-Trotskisten, de LSP/PSL): Met name (delen van) het (Waalse) FGTB deden een nauwelijks verhulde schijnradicale poging om de regering-Michel I ten val te brengen d.m.v. een algemene staking. Maar toen het erop aan kwam lieten de syndicaten echter wederom blijken dat het er slechts om ging de arbeidersklasse stoom af te doen laten blazen. Reformistisch links ondernam ondertussen géén enkele stappen om parallelle structuren op te bouwen in het geval dat de syndicaten de boel (wederom) zouden verraden. Ze bleven (naar buiten toe) maar oproepen tot vertrouwen in de illusoire praatjes van de vakbondsbureaucratie en radicaal linksreformistische partijen (PVDA/PTB) inzake het ‘bewaren van de eenheid’ van het ‘gemeenschappelijk vakbondsfront’.
** Men kan echter óók de zienswijze aanhangen, dat het vanuit het gezichtspunt v.d. bourgeoisie (of een deel ervan) beter was om het ‘bulldozer- en sloophamer’-bezuinigen te laten uitvoeren door de burgerlijke partijen, opdat de PS (opererend vanuit de oppositie) ‘schone handen’ zou houden en aldus haar geloofwaardigheid binnen haar sociale achterban (de arbeidersklasse) beter zou kunnen behouden.